Mijn omvormer schakelt uit bij overbelasting
Omvormer
Elke omvormer heeft een ingebouwd mechanisme waardoor deze automatisch wordt losgekoppeld van het net, wanneer er problemen zijn met de 'netparameters'. Het gaat voornamelijk om de spanning en frequentie van het net. In Europa is de standaard netfrequentie 50 Hertz, en de spanning ongeveer 230 Volt. Elk omvormer heeft een grens en dat is vastgelegd, als de spanning hoger is dan 253V, moet de omvormer zich loskoppelen om het elektriciteitsnet. Dit doet hij automatisch om de spanning in huis stabiel en veilig te houden. Technisch gezien kan de omvormer nog steeds produceren, maar het kan niet aan het net leveren.
Juiste instellingen en goede verbindingen
Probleem kan ook ontstaan omdat er een verkeerde landcode is ingesteld. Hierdoor functioneert de omvormer niet volgens de juiste instellingen, wat kan leiden tot storingen in het elektriciteitsnet. Controleer de landcode en pas deze indien mogelijk aan voor jouw land. Het geleverde vermogen moet het net het kunnen verwerken. De kabels die van de omvormer naar de meterkast lopen moeten daarom dikker zijn. Het hangt af wat de afstand is tussen de omvormer en de meterkast. Deze dient u zo kort mogelijk te houden, als kan.
Slechte verbindingen kunnen ook leiden tot spanningsverschillen. Kijk of alle kabels goed zijn aangesloten, zowel bij de omvormer (AC), werkschakelaar of bij de zonnepanelen groep (aardlekautomaat) in de meterkast.
Wat kunt u als klant doen om uitval van uw omvormer te voorkomen:
Als je de omvormer dicht bij de meterkast plaatst, zullen de DC-kabels langer zijn. DC-spanning is vaak hoger dan AC-spanning. Hoe hoger de spanning, hoe lager de stroom die nodig is om het vermogen te transporteren. Dit betekent dat je dunnere kabels kunt gebruiken richting de meterkast.
Als je de omvormer dicht bij de zonnepanelen plaatst, zullen de wisselstroom (AC) kabels langer zijn. Let erop dat de spanning aan de AC zijde niet te groot wordt. Dit kan je oplossen met dikkere kabels. Hoe korter de afstand, hoe beter. Hoe dikker de kabel, hoe beter.
Elke omvormer heeft een ingebouwd mechanisme waardoor deze automatisch wordt losgekoppeld van het net, wanneer er problemen zijn met de 'netparameters'. Het gaat voornamelijk om de spanning en frequentie van het net. In Europa is de standaard netfrequentie 50 Hertz, en de spanning ongeveer 230 Volt. Elk omvormer heeft een grens en dat is vastgelegd, als de spanning hoger is dan 253V, moet de omvormer zich loskoppelen om het elektriciteitsnet. Dit doet hij automatisch om de spanning in huis stabiel en veilig te houden. Technisch gezien kan de omvormer nog steeds produceren, maar het kan niet aan het net leveren.
Juiste instellingen en goede verbindingen
Probleem kan ook ontstaan omdat er een verkeerde landcode is ingesteld. Hierdoor functioneert de omvormer niet volgens de juiste instellingen, wat kan leiden tot storingen in het elektriciteitsnet. Controleer de landcode en pas deze indien mogelijk aan voor jouw land. Het geleverde vermogen moet het net het kunnen verwerken. De kabels die van de omvormer naar de meterkast lopen moeten daarom dikker zijn. Het hangt af wat de afstand is tussen de omvormer en de meterkast. Deze dient u zo kort mogelijk te houden, als kan.
Slechte verbindingen kunnen ook leiden tot spanningsverschillen. Kijk of alle kabels goed zijn aangesloten, zowel bij de omvormer (AC), werkschakelaar of bij de zonnepanelen groep (aardlekautomaat) in de meterkast.
Wat kunt u als klant doen om uitval van uw omvormer te voorkomen:
Als je de omvormer dicht bij de meterkast plaatst, zullen de DC-kabels langer zijn. DC-spanning is vaak hoger dan AC-spanning. Hoe hoger de spanning, hoe lager de stroom die nodig is om het vermogen te transporteren. Dit betekent dat je dunnere kabels kunt gebruiken richting de meterkast.
Als je de omvormer dicht bij de zonnepanelen plaatst, zullen de wisselstroom (AC) kabels langer zijn. Let erop dat de spanning aan de AC zijde niet te groot wordt. Dit kan je oplossen met dikkere kabels. Hoe korter de afstand, hoe beter. Hoe dikker de kabel, hoe beter.
Elke omvormer heeft een ingebouwd mechanisme waardoor deze automatisch wordt losgekoppeld van het net, wanneer er problemen zijn met de 'netparameters'. Het gaat voornamelijk om de spanning en frequentie van het net. In Europa is de standaard netfrequentie 50 Hertz, en de spanning ongeveer 230 Volt. Elk omvormer heeft een grens en dat is vastgelegd, als de spanning hoger is dan 253V, moet de omvormer zich loskoppelen om het elektriciteitsnet. Dit doet hij automatisch om de spanning in huis stabiel en veilig te houden. Technisch gezien kan de omvormer nog steeds produceren, maar het kan niet aan het net leveren.
Juiste instellingen en goede verbindingen
Probleem kan ook ontstaan omdat er een verkeerde landcode is ingesteld. Hierdoor functioneert de omvormer niet volgens de juiste instellingen, wat kan leiden tot storingen in het elektriciteitsnet. Controleer de landcode en pas deze indien mogelijk aan voor jouw land. Het geleverde vermogen moet het net het kunnen verwerken. De kabels die van de omvormer naar de meterkast lopen moeten daarom dikker zijn. Het hangt af wat de afstand is tussen de omvormer en de meterkast. Deze dient u zo kort mogelijk te houden, als kan.
Slechte verbindingen kunnen ook leiden tot spanningsverschillen. Kijk of alle kabels goed zijn aangesloten, zowel bij de omvormer (AC), werkschakelaar of bij de zonnepanelen groep (aardlekautomaat) in de meterkast.
Wat kunt u als klant doen om uitval van uw omvormer te voorkomen:
Als je de omvormer dicht bij de meterkast plaatst, zullen de DC-kabels langer zijn. DC-spanning is vaak hoger dan AC-spanning. Hoe hoger de spanning, hoe lager de stroom die nodig is om het vermogen te transporteren. Dit betekent dat je dunnere kabels kunt gebruiken richting de meterkast.
Als je de omvormer dicht bij de zonnepanelen plaatst, zullen de wisselstroom (AC) kabels langer zijn. Let erop dat de spanning aan de AC zijde niet te groot wordt. Dit kan je oplossen met dikkere kabels. Hoe korter de afstand, hoe beter. Hoe dikker de kabel, hoe beter.